De hond wordt veel ingezet in Animal Assisted Activities (AAA), een werkveld waar coachen met honden ook onder valt. De populariteit van de hond is groot. Juist omdat de hond zo dicht bij de mens leeft en hij over het algemeen een kei is in het aanpassen aan de omstandigheden, leent hij zich bij uitstek voor de functie van co-coach. Mensen identificeren zich met de hond en zijn gedrag en daarmee is de wisselwerking in een coachsessie al snel heel tastbaar.

Dat is mooi en effectief maar ook iets waar we heel zorgvuldig mee om moeten gaan. Het welzijn van de hond moet gewaarborgd blijven, sterker nog: de hond moet ook in zijn functie als co-coach altijd de ruimte houden om hond te blijven.

De hond als middel
In dit artikel gaan we in op het bewaken van het welzijn van de hond als co-coach. We zoomen in op de rollen die hij heeft en we geven tips aan (aspirant) coaches waar je op moet letten bij het inzetten van je hond.

Om het welzijn van de hond te kunnen garanderen, is het in onze ogen van groot belang dat de hond binnen coaching (en eigenlijk binnen AAA in het algemeen) als een ‘middel’ en ‘instrument’ wordt gezien. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar het biedt juist de afstandelijkheid die in onze visie van essentieel belang is bij het inzetten van honden.

We schreven eerder een artikel over Spiegelen versus coaching. Hierin benadrukken we het feit dat de hond van zichzelf is en reageert op wat er gebeurt in een setting. Wat hij doet, is van hem, hij doet wat er in hem opkomt. Wat zijn actie met de coachklant doet, is iets van de coachklant zelf. Die ervaart in zichzelf een reactie op het gedrag van de hond. Het is belangrijk om te beseffen dat de hond nooit verantwoordelijk kan en mag zijn voor het effect van zijn gedrag op een coachklant. De hond is net als een set coachkaarten, een wandeling in de natuur of een schrijfopdracht: de hond is een coachtool.

Deze scheiding is voor ons van groot belang bij het inzetten van honden. De inzet van de hond heeft een toegevoegde waarde in het leerproces van de coachklant, maar de inzet van de hond is echter nooit een doel op zich. Wat absoluut wèl een doel op zich moet zijn binnen coaching is, in onze optiek, het welzijn van de hond.

Hoe wordt de hond ingezet binnen coaching
Honden kunnen op diverse manieren ingezet worden. In dit artikel richten we ons op individuele coaching, waarbij drie individuen betrokken zijn: de coachklant, de coach en de hond. We werken hieronder twee varianten uit waarin de hond wordt ingezet, met uitleg wat er van de hond wordt verwacht.

Coachsetting 1:  ‘Coachen met aanwezigheid van de hond’

In setting 1 is de hond enkel aanwezig bij een coachsessie en hij ‘hoeft’ verder niets. De coach staat als coach en mens, behorend bij de hond, tussen de hond en de coachklant in.

Toelichting op coachsetting 1:

In deze setting is de hond aanwezig tijdens de coachsessie en is hij vrij in zijn beweging en gedrag. Er wordt niets bewust van hem gevraagd. De interactie die ontstaat tussen de coachklant en de hond is vanuit vrijwel volledige vrijheid. Alles wat de coachklant ervaart door de aanwezigheid of interactie kan uiteraard wel interessante input zijn in de sessie. De coach kan dit inzetten ter ondersteuning van het leerproces van de coachklant.

 

Voorbeeld coachsetting 1:

Coachklant Annelies zit aan tafel bij Marleen. Lola de Labradoodle, co-coach van Hond InZicht, ligt te slapen op haar plek. Annelies vertelt haar verhaal, ze heeft moeite de juiste woorden te vinden. Ze kijkt om zich heen en haar blik rust op Lola. Lola zucht eens diep en gaat zacht liggen snurken. Annelies moet lachen om het geluid en ze is vertederd door de aanblik van de slapende Lola. Ze zegt geraakt te zijn door de grote innerlijke rust van Lola. Ze ziet dat als een tip voor zichzelf: zij zou zelf ook wat vaker ècht rust mogen nemen. Nadat ze haar blik los heeft gemaakt van Lola, kan ze wel praten over datgene waar ze voor deze korte onderbreking nog geen woorden voor had.

Coachsetting 2 ‘Coachen door bewuste interactie coachklant - hond:

In deze setting worden de coachklant en de hond aan elkaar gekoppeld om bewuste interactie aan te gaan. De klant wordt gevraagd een beroep te doen op de hond. De coach doet een stap terug om vanaf de zijlijn dit proces te observeren en te bevragen.

Toelichting op coachsetting 2:

De hond is aangelijnd of loopt los. De coach en coachklant hebben samen besproken aan welk ontwikkeldoel gewerkt gaat worden met behulp van de hond. De werkvormen zijn divers: oefeningen in contact of behendigheid, zoekspelletjes, wandelen, spelen of samen zitten. De interactie tussen de hond en de coachklant wordt gebruikt in het leerproces van de klant. In veel gevallen vindt variant twee plaats als de klant toe is aan het proces van ‘bewust bekwaam worden’ (leertheorie van Maslov).

 

Voorbeeld coachsetting 2:

Coachklant Malou is bij Tanja om te leren haar enthousiasme te doseren. Tanja heeft een geurspoor uitgezet en vraagt Malou om met Ici, co-coach van Take the leash, het spoor te volgen om zo samen bij de geurbron te komen. Hoe ze dat doen, mag Malou samen met Ici ontdekken. Malou begint gelijk vol enthousiasme Ici aan te moedigen. Ici stopt met zoeken en blijft staan. Tanja vraagt Malou te benoemen wat er gebeurt. Malou wordt rustig en geeft Ici de ruimte om het voortouw te nemen. Samen volbrengen zij de opdracht.  Malou heeft het effect van een te groot enthousiasme op Ici ervaren. Hierdoor kon zij, door af te stemmen op wat Ici nodig had, oefenen in het doseren van haar enthousiasme.

De verwachting in een coachsessie

Beide coachsettings  laten duidelijk een andere inzet en daarmee belasting van de hond zien. In de eerste variant heeft de hond een behoorlijke vrijheid om zijn eigen plek te zoeken en te doen wat hij wil doen. Er ligt geen directe verwachting bij de hond, behalve dat hij zich comfortabel voelt, rustig aanwezig is en sociaal gedrag vertoont naar de coach klant. De communicatie tussen coach en hond verloopt in een directe lijn; de hond ‘hoeft niets’ met de coachklant.

Bij de tweede variant ligt wel degelijk een verwachting bij de hond. Er wordt een beroep op hem gedaan, hij moet samenwerken met de coachklant. Daarbij trekt de coach zich terug uit de directe communicatie met de hond. Dat vraagt behoorlijk wat van de hond. Hij moet afstemmen op een voor hem vreemd persoon. Hij zal keuzes moeten maken, zonder daarin gestuurd te worden. Eigenlijk moet hij zijn eigen boontjes doppen in het directe contact met de coachklant.

De verwachting ten aanzien van de hond is in de eerste coachsetting nauwelijks belastend. De hond kan tenslotte zelf beslissen hoe en op welke manier hij wel of geen interactie aangaat. In variant twee is er wel degelijk sprake van belasting, de hond móet werken met de klant. De coach, zijn mens, vraagt het van hem en de coachklant verwacht het van hem.

Maar wat als de hond nu helemaal geen klik heeft met de coachklant?

In de eerst variant kan hij besluiten ver uit de buurt te blijven en zich af te sluiten voor contact. In de tweede variant is dat niet mogelijk; er wordt verwacht dat hij gaat werken.

 

Rondom de coachsessie

Naast de wijze van inzet, zoals in de schema’s is weergegeven, spelen meer zaken een rol bij de inzet van de hond in coachsessies. Deze zaken hebben te maken met veiligheid en welzijn van de hond. Door het welzijn voorop te stellen, ontstaat een veilige werksituatie. De coach draagt wat ons betreft de volledige verantwoordelijkheid hiervoor, zowel voor het fysieke als het emotionele welzijn.

 

Fysiek welzijn

Fysiek betreft de conditie van de hond; hij moet in staat zijn het werk aan te kunnen. Een hond die niet goed in zijn vel zit of lichamelijk ongemak ervaart, kan niet worden ingezet. Als coach dien je daar voorafgaand aan elke inzet weer kritisch op te zijn en het welbevinden van de hond voorop stellen.

 

Emotioneel welzijn

De hond dient gewend te zijn aan de manier waarop hij wordt ingezet. Dat moet hem zijn aangeleerd en zo worden aangeboden dat hij weet wat hij kan verwachten en hoe hij ermee om kan gaan.

Een belangrijke vraag bij het inzetten van je hond: Vindt je hond het werk leuk? Dat is best een lastig te meten punt aangezien de meeste honden graag doen wat van hen wordt gevraagd. Dus hoe meet en weet je dat? Alleen een coach die zijn hond ècht goed kent, kan daar antwoord op geven.

Wat als de klant gedrag vertoont wat de hond als onplezierig ervaart; hoe gaat hij daarmee om en hoe verwerkt hij dat? En dan komt er een cruciaal punt: Ben jij als coach, en mens van de hond, in staat bent om áltijd voor het welzijn van je hond te kiezen? Durf jij dat?

 

Waarborgen van welzijn: onze tips

De hond werkt als co-coach omdat dat van hem gevraagd wordt. Hij werkt op verzoek. Door hem voor, tijdens en na zijn werk goed te begeleiden zal hij zijn taak met plezier kunnen uitvoeren. Weten wat er van hem verwacht wordt, weten dat hij kan rekenen op adequate begeleiding geeft hem structuur.  Structuur geeft duidelijkheid en duidelijkheid reduceert onnodige stress.

 

Klopt het voor je hond?

Het feit dat je hond aanwezig is en doet wat jij van hem vraagt, is géén indicatie dat hij zich prettig voelt! Veel honden tolereren onprettig gedrag, ondergaan negatieve sferen en passen zich aan. Dat doen ze niet omdat ze daar voor kiezen, maar omdat ze geen regelruimte hebben. Ze voegen zich.

Zoek daarom heel goed uit in welke setting jouw hond het beste functioneert. Kijk kritisch. Schakel je eigen behoefte uit. Niet wat jou het beste past, is leidend, maar het welbevinden van jouw hond. Blijkt hij zich niet prettig te voelen in de setting die jij voor ogen had? Dan is dat jammer, maar absoluut een reden om anders te gaan werken.

 

Doelgroepen

Het maakt nogal uit of je met kinderen werkt of volwassenen. Of met mensen met veel verdriet, moeite met communiceren of onvoorspelbaar gedrag: realiseer je goed wat dit met jouw hond doet. Let goed op het gedrag van je hond en ontdek welke doelgroep hem past. Zet hem alleen daar in waar hij zich prettig bij voelt.

 

Omgeving

De hond zal met je meegaan en werken waar jij dat vraagt, omdat hij daar geen vrije keuze in heeft. Het allermooiste zou zijn als jij hem in die omgeving laat werken waar hij zich compleet relaxt voelt. Dan kost zijn inzet de minste inspanning en kan hij werken op een manier die jij als coach graag ziet: positief ondersteunend en bijdragend aan het coachproces.

 

Wat past bij jouw hond?

Werkt je hond graag los of vindt hij het prettig via een lijn verbonden te zijn? Houdt hij van fysieke nabijheid en zelfs knuffelen of juist helemaal niet? Is het een speler, een snuffelaar, een doener of een knuffelaar? Kies altijd werkvormen die bij jouw hond passen. Als hij in zijn element is, zal hij extra blijmoedig met jou en de coachklant werken. Wees creatief. Kijk in jullie vrije tijd naar wat jouw hond stimuleert en blij maakt. Integreer dit in je coachsessies. Een blije vrije hond zal prachtig ondersteunen in het coachproces.

 

Hoe vaak, hoeveel?

Hoe vaak en hoeveel een hond inzetbaar is, zal per hond verschillen, maar bedenk dat één inzet per dag al heel intensief is. Dat houdt in dat de inzetbaarheid van je hond wel eens in schril contrast kan staan met jouw behoeften als coach. De kunst is om jezelf altijd centraal te stellen in je coach werk. Is je hond moe, laat hem dan niet werken. Wees creatief en bedenk iets anders voor de coachklant!

 

Begin- en eindpunt

Markeer heel duidelijk het begin en het eind van een sessie. Zet je hond met een vast ritueel in werkstand en geef hem ook bewust weer vrijaf. Dit geeft je hond een helder kader waarbinnen hij zal werken. Zet je jouw hond niet uit, dan zal hij blijven zoeken naar signalen of hij iets moet doen. Deze onduidelijkheid is zeer vermoeiend en absoluut ongewenst!

 

Jij als coach

Bedenk heel goed dat jouw humeur een enorm belangrijke factor is bij het inzetten van je hond. Voel jij je slecht? Dan heeft dat per direct impact op je hond. Ook het voorrang geven van je eigen hoop en behoeften, boven die van je hond is een slechte basis voor samenwerking. Het zal je hond belemmeren om vrij te werken. Bedenk dat onrust en stress in de werksetting het afstemmen tussen jou, de coachklant èn je hond bemoeilijkt waardoor het coachproces (deels) zal stagneren.

 

En wat als het mis gaat?

Ondanks al jouw goede voorbereidingen en begeleiding kan het altijd voorkomen dat er toch iets gebeurt wat onprettig is voor je hond. Dat het echt niet klikt tussen de coachklant en jouw hond of dat de coachklant uit onwetendheid iets doet, wat je hond echt niet leuk vindt. Je staat erbij en je kijkt ernaar. Wat nu? Je kunt ook na de coachsessie tot deze conclusie komen omdat je ziet wat het effect van de coaching op je hond is.

Het allerbelangrijkste is dat je er alert op bent en dat je het signaleert. Dat je er vervolgens adequaat mee om kunt gaan en je werkwijze erop aan kunt passen. Dat vraagt flexibiliteit, lef en de wil om keuzes te maken die voor jouw hond goed zijn. Keuzes die je direct in de sessie zult moeten maken, maar ook daarna in de manier waarop je jouw hond inzet en veiligstelt.

 

Voorbeeld: De commanderende klant

De klant van Take the Leash kreeg een opdracht rondom samenwerken met Luna. Luna liep los en de klant vroeg haar voor hem te komen zitten. Luna reageerde niet direct, waarop de klant begon te commanderen op een harde, dwingende en verbaal ‘agressieve’ manier. Luna kwam niet dichterbij en liep uiteindelijk met veel stress signalen bij hem weg.

Tanja koos ervoor om in te grijpen op het moment dat Luna weg liep en niet terug wenste te komen. Na stil te hebben gestaan bij wat er in het proces bij de klant gebeurde en het effect hiervan op de hond begreep de klant wat er aan de hand was. In de herkansing koos Luna ervoor om toch weer in contact te gaan met de klant. De herkansing gaf mooie nieuwe inzichten.

 

Voorbeeld: De hardhandige klant

De klant van Hond InZicht wilde graag met Franka werken. Hij had het beeld dat herders stevig op hun poten staan en dat je daar duidelijk tegen moest zijn. Dat sprak hem aan. Ondanks de duidelijke uitleg vooraf over het omgaan met de honden (goed afstemmen, drukvrije interactie) corrigeerde de coachklant Franka met een forse ruk aan de riem, nog voordat hij contact met haar had gemaakt. Franka dook in elkaar, keek kort op naar de klant en keerde zich vervolgens van hem af.

Marleen staakte de oefening en haalde Franka uit de setting naar zich toe. De klant begreep in eerste instantie niet waarom. Door zijn handelswijze en het effect op Franka te bespreken, kon het geheel een plek krijgen in het coachproces. Franka heeft in deze sessie niet meer met de klant gewerkt.

Coachhond, jouw hond

Waar de hond in een coachsessie volgens ons het beste kan worden ingezet als ‘middel’ en ‘instrument’, is de hond voor de coach wel degelijk een zeer waardevolle collega. De interactie tussen hond en mens biedt een schat aan informatie die gebruikt kan worden in het coachproces. Het bewaken van het welbevinden en het welzijn van de hond is een must wil de hond zijn taak optimaal kunnen uitvoeren.

Maar er is nog een reden om het welzijn zeer serieus te nemen. De meeste coaches die met honden werken, werken met hun eigen huishonden, hun maatjes en velen zien hen als gezinsleden. Door het welzijn te waarborgen, zowel fysiek als emotioneel, zal de band tussen coach en co-coach alleen maar versterken, privé en zakelijk. De hond wéét dat hij op zijn mens kan vertrouwen. Dit komt de kwaliteit van de aangeboden coaching absoluut ten goede.

 

Ter overdenking

Het is al een paar keer benoemd in dit artikel, maar als afsluiting melden we het graag nog een keer: Niet jouw ideeën of wensen als coach zijn leidend, maar het welzijn en welbevinden van je hond moet de graadmeter zijn.

Wij willen iedereen die met honden werkt op het hart drukken dat de hond nooit en te nimmer verantwoordelijk mag zijn in of voor het proces waar hij wordt ingezet. Ook kan hij niet verantwoordelijk zijn voor het effect van zijn aanwezigheid op het coachproces. Jouw taak, rol en expertise bepaalt de kwaliteit van de coachsessie en het hele coachtraject.

Oefen jezelf objectief naar je hond te kijken. Kijk niet alleen, maar ‘zie’ hem ook. Wees zijn veilige haven: laat hem alleen dat doen waar hij zich comfortabel in voelt. Dan is het effect van de hond in een coachproces altijd van grote waarde.


Artikel 2017, geschreven door Tanja van Doesburg, Take the Leash en Marleen van Baal, Hond InZicht

Het welzijn van de hond in coaching